De Tibetaanse geneeskunde bestaat al eeuwen lang. Ongeveer 2500 jaren geleden werd door Boeddha Shakyamuni in India de Ayurvedische geneeskundige kennis verzameld en op schrift gesteld. Toen in de 7de eeuw na Christus het Boeddhisme in Tibet geïntroduceerd werd, werd ook deze geneeskunde daar bekend.
Historische achtergrond
De oorspronkelijke bewoners van Tibet beschikten natuurlijk zelf ook reeds over middelen en therapeutische technieken om ziekten te bestrijden. Dit blijkt onder meer ui de oude teksten van de Bonpo, de inheemse pre-boeddhistische godsdienst van Tibet. De nieuwe geneeskunde uit India werd geïntegreerd in het bestaande systeem en bovendien uitgebreid met geneeskundige kennis uit andere landen Een belangrijk Tibetaanse arts, Yutok Yonten Gonpo had namelijk in die tijd vele belangrijke artsen uit Nepal, Perzië en andere landen uitgenodigd om naar Tibet te komen.
Naast de traditionele Chinese geneeskunde die in Tibet al langer bekend was werden daardoor ook behandelingsmethoden van deze artsen in de Tibetaanse Geneeskunde geïntegreerd. De Tibetaanse Geneeskunde die we nu kennen is dus in de tijd van Yutok Yonten Gonpo ontwikkeld en staat beschreven in de Vier Yantra’s (Tibetaans: Ghyu-shi’), het standaardwerk over de Tibetaanse Geneeskunde, dat alle kennis over oorzaak, symptomen en behandeling van alle ziekten bevat.
Filosofie
In de Tibetaanse Geneeskunde verschillen de ideeën over ziekte aanzienlijk met de opvattingen die in het Westen hierover hebben. De filosofie van de Tibetaanse Geneeskunde is onlosmakelijk verbonden met het Tibetaanse Boeddhisme en zonder een diepgaande kennis hiervan is het onmogelijk om Tibetaanse Geneeskunde te studeren en deze goed te doorgronden.
Voor Tibetaanse artsen is het dan ook absoluut noodzakelijk om Boeddhist te zijn. Voor de patiënten geldt dat gelukkig niet.
Volgens het Tibetaanse Boeddhisme bestaat alle materie, levend of levenloos, uit dezelfde 5 kosmische elementen, in het Nederlands: water, aarde, vuur, lucht en ruimte. Deze benamingen geven de betekenis van deze kosmische elementen niet helemaal goed weer: gewoon water dat wij drinken bijvoorbeeld, bevat niet alleen het kosmische element water, maar is samengesteld uit alle kosmische elementen.
Rlung, tripa en pegen
In het menselijk lichaam worden deze kosmische elementen vertegenwoordigd door 3 energieën:
- de windenergie (rlung) is de vertegenwoordiger van het element lucht;
- de gal-energie (tripa) vertegenwoordigd het element vuur;
- en de slijm-energie (pegen) vertegenwoordigt de elementen aarde en water.
Het element ruimte is alomvattend aanwezig.
Ook hier geldt dat de Nederlandse benamingen de betekenis niet goed weergegeven, daarom zal ik in dit artikel steeds de Tibetaanse naam voor de energieën gebruiken, zodat men zich er beter van bewust is dat er gesproken wordt over iets dat we (nog) niet kennen.
De 3 energieën, die alle lichaamsfuncties regelen, zijn in ieder mens aanwezig in een vast evenwicht, maar dat evenwicht is voor ieder individu anders. Als er een verstoring optreedt in het evenwicht van de energieën, dan kunnen er klachten zijn.
Rlung
Rlung is de mobiele energie en zij heeft te maken met alles in het lichaam dat beweegt: de ademhaling, spieractiviteit, bloedsomloop, spraak, overdracht van zintuiglijke prikkels en ook de emoties. Omdat rlung direct te maken heeft met alles wat in het hoofd gebeurt, is deze energie ook rechtstreeks betrokken bij mentale of emotionele klachten. Hoofdpijn, hoge bloeddruk, spierziekten, maar ook depressiviteit en andere psychische afwijkingen zijn voorbeelden van ziekten waarbij rlung verstoord is.
Tripa
Tripa is de warme energie en zij regelt o.a. de spijsvertering en de productie van lichaamswarmte. Ook de huidskleur en het vermogen kleuren te zien worden door deze energie geregeld. Voorbeelden van ziekten waarbij tripa verstoord is zijn geelzucht en hepatitis.
Pegen
Pegen is de koude energie die zorgt voor de stabiliteit van het lichaam en de slijmproductie. Ook speelt ze een belangrijke rol in het lymfe systeem. Tuberculose en astma zijn beide voorbeelden van ziekten waarbij pegen verstoord is.
In het algemeen blijkt dat ers slechts zeer zelden maar 1 energie verstoord is. In de meeste gevallen is er sprake van en combinatie van tenminste 2 verstoorde energieën.
Onwetendheid
De fundamentele gedachte binnen de Tibetaanse Geneeskunde – gebaseerd op het Tibetaanse Boeddhisme – is dat onwetendheid de oorzaak is van al het lijden. Deze onwetendheid geeft aanleiding tot de 3 “mentale vergiften”: begeerte, haat en kortzichtigheid.
In ieder mens zijn deze vergiften (emoties, die ook wel de fundamentele oorzaken voor ziekte genoemd worden) aanwezig en in een gezond lichaam zijn ze in evenwicht. Een verandering in dit evenwicht kan aanleiding geven tot klachten of ziekte, maar alleen indien er mentale of fysieke factoren optreden die zo’n verstoring van het evenwicht versterken. Deze factoren worden de zogenaamde directe oorzaken van ziekte genoemd en zijn: dieet, gedrag, mentale problemen en seizoensinvloeden. Een voorbeeld van een eetgewoonte die ziekte kan veroorzaken is eten en drinken van koude levensmiddelen. Indien in een persoon het evenwicht tussen de “mentale vergiften” al zodanig was verstoord dat er teveel pegen is, dus teveel koude energie, zal het eten van koud voedsel dit verergeren en kunnen er klachten optreden.
Een andere manier van uitdrukken
Hoewel het soms klinkt alsof de Tibetaanse artsen geheel anders denken over ziekten en de factoren die deze kunnen veroorzaken dan artsen in het Westen, blijkt het in een aantal gevallen slechts een manier van uitdrukken te zijn. Zo zal een Tibetaanse arts niet zo snel zeggen dat diarree veroorzaakt wordt door een bacterie, maar wel dat de oorzaak gezocht kan worden in verkeerd gedrag (de bacterie de kans geven het lichaam binnen te dringen en zich daar vermenigvuldigen) of verkeerd dieet (besmet voedsel eten).
Warm en koud
Rlung, tripa en pegen en de door een verstoring van hun onderling evenwicht veroorzaakte ziekten kunnen ook onderverdeeld worden in 2 categorieën, namelijk warm en koud. Ziekten veroorzaakt door een verstoring in tripa zijn warm, terwijl pegen-ziekten koud zijn. Gedrag dat bijvoorbeeld de lichaamswarmte verhoogt, vergroot tripa. Zulk een gedrag, zoals bijvoorbeeld hardlopen in de felle zon, is heel slecht voor iemand met een tripa-ziekte, maar soms heel goed zijn voor iemand met een koude ziekte. Warm voedsel wordt bijvoorbeeld geadviseerd aan mensen met een koude ziekte, koud voedsel is meestal goed voor mensen met een warme ziekte. De termen warm en koud hebben hier géén betrekking op de feitelijke temperatuur van het eten, maar op de kwaliteit van het voedsel. Zo worden bijvoorbeeld aardappelen, ook als ze gekookt en dus “warm” zijn, beschouwd
als “koud voedsel” en soms afgeraden als er teveel koude energie in de nieren is.
Consult bij een Tibetaanse arts
Als een Tibetaanse arts een diagnose stelt heeft hij daarvoor geen apparatuur nodig, maar gebruikt hij alleen zijn eigen zintuigen. Hoewel artsen in opleiding natuurlijk dezelfde technieken leren, blijkt in de praktijk dat ieder arts op een andere manier zijn diagnose stelt. De traditionele technieken die een Tibetaanse arts tot zijn beschikking heeft om een diagnose te stellen zijn: visuele diagnose, polsdiagnose en ondervraging.
Visuele diagnose
De visuele houdt natuurlijk in dat men let op het uiterlijk van de patiënt (de huid, de nagels, de manier van lopen etc.), maar kan ook een onderzoek van de tong en een urineonderzoek omvatten. Bij het urineonderzoek kijkt de arts om een diagnose te stellen o.a. naar de kleur, de aanwezigheid van sediment en de luchtbelletjes die ontstaan na schudden. De grootte, of ze in het midden of aan de rand zitten, hoe snel ze verdwijnen etc.
Luchtbellen zo groot “als een koeienoog” wijzen op een verstoring van rlung. Het ideale urineonderzoek vindt ’s-Morgens vroeg plaats aan verse warme urine. De medische teksten geven echter ook aanwijzingen voor de beoordeling van lauwe en koude urine, zodat een urineonderzoek bijna altijd plaats kan vinden.
Polsdiagnose
De polsdiagnose is de belangrijkste methode om vast te stellen of er sprake is van ziekte en zo ja welke. Zij geeft informatie over het functioneren van de verschillende organen. Een energie die door een orgaan beweegt dat niet helemaal goed functioneert, zal daardoor veranderen en zich anders presenteren dan wanneer het door een gezond orgaan zou zijn gestroomd. Het blijkt dat men bij de pols het beste de energieën kan “voelen” en dus de conditie van de verschillende organen kan beoordelen. De Tibetaanse arts heeft geleerd om dit te vertalen naar eventuele ziektebeelden. Voor het “lezen” van de pols worden 3 vingers gebruikt: de wijs-, de middel- en de ringvinger.
Met de rechterhand voelt de arts de conditie van hart, de dunne darm, milt, maag, linker nier en geslachtsorganen. Met de linkerhand voelt hij de longen, dikke darm, lever, rechter nier en blaas. Bij vrouwen is het bijna hetzelfde, alleen wordt het hart en de longen met de andere hand gevoeld!
Polsdiagnose kan ook worden gebruikt om vast te stellen of er bij een (schijnbaar) gezond persoon in de (nabije) toekomst ziekte kan ontstaan.
Ondervraging
Tenslotte zal de arts altijd vragen aan de patiënt welke klachten hij heeft om vervolgens een diagnose te stellen of om te controleren of zijn diagnose gesteld met behulp van de andere methoden juist was. In de Tibetaanse Geneeskunde kent men bijvoorbeeld symptomen die wij niet (her)kennen. Zo is pijn die regelmatig in een ander deel van het lichaam optreedt (nu eens buikpijn, dan weer hoofd- of rugpijn) voor een Tibetaans arts een kenmerkend symptoom van rlung. Ook het ’s-nachts wakker worden met droge keel, regelmatig zuchten en het veelvuldig strekken van ledematen kunnen wijzen op een verstoring in rlung. Een fluittoon in de oren wijst in veel gevallen op een reeds lang bestaand probleem in de nieren en niet op een klacht die door een KNO arts behandeld moet worden.
Behandeling
Nadat de Tibetaanse arts een diagnose heeft gesteld, kan hij een behandeling voorstellen. Er zijn diverse soorten behandelingen: aanwijzingen voor dieet of gedrag, medicinale kruiden of een aanvullende behandeling d.m.v. uitwendige therapieën. In de meeste gevallen zal een Tibetaanse arts eerst proberen een ziekte genezen door de patiënt adviezen te geven voor dieet en gedrag. Zo kan een patiënt bijvoorbeeld aangeraden worden minder sterke koffie of thee te gebruiken, geen aardappels te eten, etc. ook kan het voor sommige mensen onverstandig zijn om koude baden te nemen, in druk gezelschap te verkeren of “griezelige” films te zien.
In veel gevallen is het echter niet voldoende om dieet en gedrag te veranderen en zullen er Tibetaanse medicinale kruiden voorgeschreven worden. Bij de patiënten die de Tibetaanse arts in Nederland bezoeken is dit meestal het geval. Deze medicinale kruiden kunnen in verschillende vormen (o.a. drankjes, poeders, stropen, medicinale boter, medicinale wijn, pillen) toegediend worden, maar gemakshalve worden in het Westen meestal pillen en poeders voorgeschreven, De aanvullende behandelingen omvatten massage, medicinale baden, aderlating, moxa-behandeling (waaronder “golden needle” en “golden hammer”) en medicinale kompressen. Alle behandelingen zijn er op gericht het verstoorde evenwicht weer te herstellen.
Tibetaanse medicinale kruiden
De Tibetaanse medicinale kruiden bestaan alle uit natuurlijke ingrediënten zoals planten, mineralen, en zouten die elk specifieke eigenschappen bezitten gebaseerd op de kosmische elementen waaruit ze bestaan.
De kennis en toepassing van de Tibetaanse medicinale kruiden is eveneens gebaseerd op de aanwezigheid van de vijf kosmische elementen die de smaak van de ingrediënten en dus van de hieruit gevormde kruidenpillen bepalen. Als aarde en water bijvoorbeeld domineren is de smaak zoet, maar indien vuur en lucht domineren is de smaak scherp. Men onderscheidt zes smaken: zoet, zuur, zout, bitter, scherp en wrang. Zo blijkt “zoet” bijvoorbeeld pegen te verhogen,maar rlung en tripa te verminderen. Zoet voedsel wordt dus meestal afgeraden bij pegen-ziekten en scherp is bijvoorbeeld goed voor rlung- en tripa-ziekten. In de Tibetaanse geneeskunde geeft men de voorkeur aan medicinale kruiden die uit meerdere, soms zeer vele, ingrediënten zijn samengesteld. Volgens de Tibetaanse opvattingen zijn deze medicinale kruiden met meerdere grondstoffen veiliger dan een pil met slechts één bestanddeel. Een geneeskrachtige stof kan naast een helende werking ook een ongewenst effect veroorzaken, welk effect voorkomen kan worden door de toevoeging van andere stoffen. Men neemt aan dat de afwezigheid van ongewenste bijverschijnselen bij het gebruik van Tibetaanse medicinale kruiden mede het gevolg is van de verschillende elkaar regulerende ingrediënten in de medicinale kruiden.
Co-effecten
Wel kunnen er soms co-effecten optreden. Dit zijn effecten die het gevolg zijn van het genezingsproces. Een orgaan dat lange tijd niet (goed) gefunctioneerd heeft kan pijn of andere klachten geven als het gedwongen wordt weer goed te gaan werken. Zo is bijvoorbeeld spierpijn als men opnieuw probeert te lopen na lange tijd met het been in gips gezeten te hebben een co-effect en geen ongewenst verschijnsel. Ook als de lever lange tijd niet goed gefunctioneerd heeft (de lever speelt een belangrijke rol bij de zuivering van bloed) kunnen de klachten in eerste instantie verergeren nadat men begonnen is met het gebruik van Tibetaanse kruiden. Als gevolg van de weer functionerende lever worden er meer afvalstoffen uit het bloed gehaald dan toen de lever nog “ziek” was en dat kan tijdelijk extra klachten geven.
Tibetan Medical Institute
De Chinese communisten hebben Tibet in 1950 op geweldadige wijze bezet en hebben getracht het Tibetaanse volk, hun cultuur en tradities te vernietigen. De geestelijke en wereldlijk leider van de Tibetanen, Zijne Heiligheid de Dalai Lama is er in 1959 samen met vele andere Tibetanen in geslaagd te vluchten naar India. In het dorp Dharamsala in het noorden van India, heeft hij een begin gemaakt met het opnieuw opbouwen van talrijke instituten die de verschillende aspecten van de Tibetaanse cultuur en godsdienst moeten bewaren. Het Tibetan Medical & Astrological Institute (TMAI) werd in 1962 geopend. Sinds die tijd zijn zes groepen artsen afgestudeerd aan dit instituut. De meeste van deze artsen werken in Dharamsala of in een van de ruim dertig klinieken die het TMAI overal in India heeft geopend.
De opleiding
De opleiding tot Tibetaans arts begint met het uit het hoofd leren van de medische teksten. Daarna volgt de plantenleer. De student moet weten waar hij bepaalde geneeskrachtige kruiden kan vinden, wanneer hij ze moet plukken, wat de medicinale waarde van de verschillende delen (bloem, blad, wortel, stengel, etc.) is. Ook leert iedere student om zelf medicinale kruiden te bereiden.
In het oude Tibet duurde de theoretische opleiding zeven jaar gevolgd door drie praktijkjaren. Aan het tegenwoordige TMAI duurt de gehele opleiding zeven jaar. In het eerste praktijkjaar moet de student de circa 100 verschillende “polsen” leren voelen, de basis voor de polsdiagnose. In het tweede praktijkjaar leert de student welke invloed stoornissen in het evenwicht tussen rlung, tripa en pegen op de energieën die door de pols stromen hebben. Pas in het derde praktijkjaar leert de arts door middel van polsdiagnose het ziektebeeld bepalen.
Wetenschappelijk onderzoek
De Tibetaanse artsen in Tibet en India hebben zelf nooit iets vastgelegd, zodat er weinig op schrift staat over de resultaten van hun behandelingen. Er zijn echter wel sterke aanwijzingen dat de Tibetaanse geneeskunde goede resultaten boekt bij o.a. reuma, multiple sclerose, diabetes, migraine, hoge bloeddruk, allergieën, maagzweren en vroege stadia van kanker. Hoewel de Tibetaanse artsen voor een aantal ziekten die hier moeilijk te behandelen zijn goede medicinale kruiden hebben, zijn er natuurlijk ook een aantal ziekten die door de Tibetaanse artsen niet effectief te behandelen zijn.
Het wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit en werking van de Tibetaanse medicinale kruiden is tot op heden voornamelijk in de VS en Zwitserland uitgevoerd. Dit onderzoek heeft erin geresulteerd dat al twee medicinale kruiden bij de apotheek te koop zijn (Zwitserland) of door de zeer strenge Federation for Drug Administration (VS) als voedingssupplement zijn goedgekeurd. Ook zijn er tot nu toe geen schadelijke bijwerkingen van de medicinale kruiden gerapporteerd, ondanks het feit dat reeds miljoenen pillen door patiënten geslikt zijn. In Nederland wordt nog geen officieel onderzoek naar de Tibetaanse medicinale kruiden gedaan.
Drs. Marjoleine Brouwer
(Dit artikel verscheen eerder (maar is nog steeds actueel) in december 1991 in “Het Geheel”, destijds een regionaal tijdschrift voor Den Bosch en omstreken)
http://www.tibetan-medicine.org/faq.php
http://www.men-tsee-khang.org/Istatus/establish.htm
http://www.tibetaansegeneeskunde.nl/